Erben Wennemars
“Ook je grootste concurrent heeft recht op een mooie wedstrijd”
Erben geeft vaak presentaties in het bedrijfsleven en dat doet hij dan in een net pak. In het theater koos hij voor een soepel trainingspak. De intieme setting van een theater sprak hem aan en het duurde niet lang voordat hij verlost was van zijn zenuwen. Het gaat niet alleen over schaatsen, maar hij legt voortdurend verbanden met anders sporten en sporters, zoals Annemiek van Vleuten en Epke Zonderland. Hij spreekt gemakkelijk, van stotteren is geen sprake, zowel zijn presentatie als zijn inhoud zijn van een zeer hoog niveau. Het gaat over de magie van de sport, over doelen stellen en over vallen en opstaan. Over omgaan met tegenslagen, doorzetten en focussen. Iedereen zit op het puntje van de stoel.
In dit theatercollege relativeert Erben de topsport. Als sporter was hij vroeger bloedjefanatiek. Het ging alleen om winnen en daar moest alles voor wijken. De tweede plaats telde niet. De nummer twee is de eerste verliezer. Zijn concurrent Jan Bos was zeer talentvol, Erben moest het meer hebben van zijn doorzettingsvermogen en zijn uithoudingsvermogen. Keihard werken, dan word je vanzelf beter. Als sporter ging hij door roeien en ruiten. Alles was toegestaan om te winnen. Je hoopte dat je grootste concurrent een misstap beging. Het was de topturnster Sanne Wevers die hem wees op het feit dat je ook je grootste concurrenten succes moet gunnen. Ook je grootste concurrent heeft er keihard voor geknokt, heeft er jarenlang voor getraind en heeft ook recht op een mooie wedstrijd. Ook hier geldt: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’.
Tegenwoordig zijn andere zaken belangrijker. Hij wil een goede vader zijn (hij is getrouwd met Renate en heeft twee zonen van 17 en 14), maar ook succesvol ondernemer en gelukkig. Geef richting aan je leven, maak keuzes, het leven is een grote zoektocht en dat is spannend.
Hij vertelt over zijn komaf. Een boerengezin van vier kinderen uit Dalfsen in Overijssel. Zijn vader was altijd aan het werk. De familie ging nooit op vakantie, je kon de koeien toch niet alleen laten? Zijn vader voetbalde jarenlang in het eerste van de lokale voetbalclub en bleek een fervent sporter. Erben heeft zijn vader nooit in sportkleding gezien. Altijd liep hij op klompen. Onverwacht deed zijn vader mee aan de Elfstedentocht en hij reed hem uit. ‘Maar hoe was dat dan, meedoen aan de Elfstedentocht?’ vroeg Erben aan zijn vader. Hij reageerde met: ‘Het was een lange dag hard werken’.
Fitste veertiger van Nederland
De fitste veertiger van Nederland, dat is wat Erben wil zijn. Hij ziet zichzelf nu niet meer als een schaatser, hij is een hardloper. Hij heeft inmiddels 20 marathons gelopen en loopt de marathon binnen drie uur. Ruim zelfs. Hij is ook van mening dat er geïnvesteerd moet worden in sporten die horen bij Nederland. Zoals schaatsen. Wielrennen. Voetbal. En ook hardlopen. 2,5 miljoen mensen lopen regelmatig hard.
Ziet hij zichzelf als coach van een schaatsteam? Dat zou hij heel erg leuk vinden om te doen, maar het betekent ook: 200 dagen van huis. Je kunt niet parttime coach zijn. Het past op dit moment niet in zijn leven. Hij beperkt het coachen tot schaatsles bij de lokale schaatsclub (zijn zoon Joep is overigens een behoorlijk schaatstalent, al relativeert Erben dat direct).
En wie was de beste coach van Erben? In zijn professionele schaatsloopbaan heeft hij met vier coaches gewerkt. Iedere coach had zijn eigen kwaliteiten. Zijn eerste coach was Leen Pfrommer, hij was vooral opvoedkundig heel belangrijk. Hij bracht Erben het belang van normen en waarden bij. Zijn tweede coach was de ‘gekke’ Amerikaan Peter Mueller, die vooral vormend geweest is. Zijn motto: ‘Je kunt alles tot het tegendeel bewezen is’. Ook een bekende uitspraak: ‘Jan Bos meer talent? Gelul!’. Hij overtuigde Erben ervan dat hij een wereldrecord kon rijden. Derde coach was Jac Orie. Hij maakte gebruik van de laatste wetenschappelijke inzichten, zorgde voor de beste voorwaarden. Voor Erben was hij de slimste en de beste coach. Onder hem begon hij prijzen te winnen. Gerard Kemkers was de vierde in dit rijtje. Hij was een manager, Erben krijgt steeds meer respect voor hem. Hij gaf aan dat het niet alleen om schaatsen gaat, maar trok het veel breder. Het gaat ook om omgaan met de media, om sponsoring. Alles om het schaatsen doet er toe.
Je kunt Erben niet kwader krijgen dan te zeggen: Het was een ‘leuk praatje’. Ook in zijn presentaties geeft hij alles. Dit theatercollege was veel meer dan een leuk praatje. Aan het eind kreeg Erben een lang en enthousiast applaus.